HULSHORST
Hulshorst, als vergeten ijzer
is uw naam, binnen de dennen
en de bittere coniferen,
roest uw station;
waar de spoortrein naar het noorden
met een godverlaten knars
stilhoudt, niemand uitlaat,
niemand inlaat, o minuten,
dat ik hoor het weinig waaien
als een oeroude legende
uit uw bossen: barse bende
rovers, rans en ruw
uit het witte veluwhart.
Gerrit Achterberg
Uit: Gerrit Achterberg, Verzamelde Gedichten. Amsterdam, Querido, 1972. (p. 82)
is uw naam, binnen de dennen
en de bittere coniferen,
roest uw station;
waar de spoortrein naar het noorden
met een godverlaten knars
stilhoudt, niemand uitlaat,
niemand inlaat, o minuten,
dat ik hoor het weinig waaien
als een oeroude legende
uit uw bossen: barse bende
rovers, rans en ruw
uit het witte veluwhart.
Gerrit Achterberg
Uit: Gerrit Achterberg, Verzamelde Gedichten. Amsterdam, Querido, 1972. (p. 82)
Gerrit Achterberg (1905-1962) wordt beschouwd als één van de belangrijkste dichters van de twintigste eeuw. Zijn werk werd onderscheiden met o.a. de P.C.Hooft-prijs en de Constantijn Huygensprijs. In 1931 verscheen zijn eerste bundel 'Afvaart'. Het hoofdthema in zijn werk is het weer tot leven roepen van de gestorven geliefde. Achterberg had vaak psychische problemen. Na een gewelddadig conflict werd hij tot tbr veroordeeld en verbleef hij in (forensisch)-psychiatrische inrichtingen. Ondertussen publiceerde hij 22 bundels gedichten. In 1946 trouwde hij met zijn jeugdvriendin Cathrien van Baak. Hij woonde met haar in Leusden.
'Hulshorst' is één van de fraaiste en bekendste gedichten van Achterberg. Op 20 mei 1980 (de 75e geboortedag van Achterberg) werd het gedicht door zijn weduwe, Cathrien, op het toen nog in gebruik zijnde stationnetje van Hulshorst onthuld. In 2010, het station is dan al geruime tijd in gebruik als woonhuis, werd in de tuin een zuil met het gedicht geplaatst. Sedert die tijd is het gedicht ook goed leesbaar voor voorbijgangers. Het gemeentebestuur van Nunspeet nam de kosten van de vervaardiging van de zuil voor zijn rekening.
'Hulshorst' is één van de fraaiste en bekendste gedichten van Achterberg. Op 20 mei 1980 (de 75e geboortedag van Achterberg) werd het gedicht door zijn weduwe, Cathrien, op het toen nog in gebruik zijnde stationnetje van Hulshorst onthuld. In 2010, het station is dan al geruime tijd in gebruik als woonhuis, werd in de tuin een zuil met het gedicht geplaatst. Sedert die tijd is het gedicht ook goed leesbaar voor voorbijgangers. Het gemeentebestuur van Nunspeet nam de kosten van de vervaardiging van de zuil voor zijn rekening.