Zandverstuiving
Middenin de zandverstuiving
die zich wel niet uitstrekt
zover het oog reikt
maar toch een moment een indruk
van golvende witte oneindigheid wekt,
vecht een spin met een spin
om een zandkorrel: twee
gek geworden asceten
van een klein en gekromd geloof.
Maar als ik weer opkijk:
daar, tegen een achtergrond
van palissaden van dennen,
galoppeert in volle onschuld
zeg maar de poëzie
in de geslaagde vermomming
van een jongen in rode trui
op een klein gretig paardje, een mooi
gevlekte schimmelpony.
Hans Andreus
Uit: Hans Andreus, Verzamelde gedichten. Amsterdam, Bert Bakker. 1983. (p. 793)
die zich wel niet uitstrekt
zover het oog reikt
maar toch een moment een indruk
van golvende witte oneindigheid wekt,
vecht een spin met een spin
om een zandkorrel: twee
gek geworden asceten
van een klein en gekromd geloof.
Maar als ik weer opkijk:
daar, tegen een achtergrond
van palissaden van dennen,
galoppeert in volle onschuld
zeg maar de poëzie
in de geslaagde vermomming
van een jongen in rode trui
op een klein gretig paardje, een mooi
gevlekte schimmelpony.
Hans Andreus
Uit: Hans Andreus, Verzamelde gedichten. Amsterdam, Bert Bakker. 1983. (p. 793)
Hans Andreus is het pseudoniem van Johan Wilhelm van der Zant. Hij werd op 21 januari 1926 in Amsterdam geboren en overleed in Putten op 9 juni 1977. Daar werd hij ook begraven maar op 16 augustus 1995 werd hij herbegraven in Amsterdam. Hij schreef o.a. hoorspelen, kinderboeken en vooral gedichten. Hans Andreus behoorde tot de Vijftigers. Hij was echter met name door persoonlijke vriendschappen met o.a. Lucebert en Vinkenoog met deze generatie verbonden. En hoogtepunt in zijn werk zijn ongetwijfeld 'De sonnetten van de kleine waanzin' uit 1957. Leven en werk zijn bij Andreus nauw met elkaar verbonden. Het gedicht Zandverstuiving stamt duidelijk uit zijn Veluwse periode (Scherpenzeel, 't Harde, Hoevelaken en Putten).
'Zandverstuiving' is (uit veiligheidsoverwegingen) aangebracht in de tuin van een pand aan de Brandsweg 78 te Hulshorst. Hierdoor staat het enkele honderden meters van het Hulshorster Zand, één van de grootste stuifzandgebieden van Europa. Het gedicht werd voor het eerst gepubliceerd in de bundel 'Vehikel' uit 1972. In een vrije versvorm met vier strofen van afwisselend vijf en vier versregels beschrijft de dichter hoe men elkaar in het leven (de zandverstuiving) om iets dat volop voorhanden is, toch naar het leven kan staan. Gelukkig is er voor iemand die nauwkeuriger kijkt, door de vermomming heen, de bevrijdende mystieke kracht van de poëzie. Het taalgebruik in het gedicht kan als beeldend maar tegelijkertijd als sober getypeerd worden.
'Zandverstuiving' is (uit veiligheidsoverwegingen) aangebracht in de tuin van een pand aan de Brandsweg 78 te Hulshorst. Hierdoor staat het enkele honderden meters van het Hulshorster Zand, één van de grootste stuifzandgebieden van Europa. Het gedicht werd voor het eerst gepubliceerd in de bundel 'Vehikel' uit 1972. In een vrije versvorm met vier strofen van afwisselend vijf en vier versregels beschrijft de dichter hoe men elkaar in het leven (de zandverstuiving) om iets dat volop voorhanden is, toch naar het leven kan staan. Gelukkig is er voor iemand die nauwkeuriger kijkt, door de vermomming heen, de bevrijdende mystieke kracht van de poëzie. Het taalgebruik in het gedicht kan als beeldend maar tegelijkertijd als sober getypeerd worden.