EEN GROOT SCHRIJVER
Ik legde mijn pen neer en begaf mij
naar buiten.
Daar keek ik omhoog en zag de sterren.
Het was een stille nacht.
Ik ben een groot schrijver,
dacht ik.
Toen begaf ik mij weer naar binnen,
om die regel op te schrijven
en er schoot mij een traan te
binnen, die op mijn schrift viel.
Ik huilde om de waarheid.
Kees Ouwens
Uit: Kees Ouwens, Arcadia. Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1977. (p. 34)
naar buiten.
Daar keek ik omhoog en zag de sterren.
Het was een stille nacht.
Ik ben een groot schrijver,
dacht ik.
Toen begaf ik mij weer naar binnen,
om die regel op te schrijven
en er schoot mij een traan te
binnen, die op mijn schrift viel.
Ik huilde om de waarheid.
Kees Ouwens
Uit: Kees Ouwens, Arcadia. Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1977. (p. 34)
Kees Ouwens leefde van 1944-2004. Hij werd in Zeist geboren, waar hij de Rooms-Katholieke Scholengemeenschap Katwijk-De Breul bezocht. In Utrecht studeerde hij enige tijd psychologie. Als schrijver maakte hij zijn debuut met de bundel 'Arcadia'. Ouwens schreef proza, maar verwierf vooral een plaats in de Nederlandse literatuur als experimenteel dichter. Hij kreeg diverse literaire prijzen zoals in 1976 de Van der Hoogtprijs en in 2002 de Constantijn Huygensprijs. Ouwens overleed in 2004 in Heemstede.
Net als Gerard Reve beschrijft Ouwens het banale vaak op nogal verheven manier. Vervolgens banaliseert hij het verhevene weer. In het op 10 maart 2010 op het dorpshuis De Wieken in Hulshorst aangebrachte gedicht 'Een groot schrijver' uit zijn eerste bundel 'Arcadia' (1968) ziet men dat ook. De dichter zoekt naar iets wezenlijks, naar de bevrijding van een gevoel van eenzaamheid maar uiteindelijk is er sprake van ontgoocheling, een besef van een arcadia (een land van onschuld en vrede) dat verloren ging. Er bestaat geen relatie tussen het gedicht en de locatie waar het is aangebracht.
Net als Gerard Reve beschrijft Ouwens het banale vaak op nogal verheven manier. Vervolgens banaliseert hij het verhevene weer. In het op 10 maart 2010 op het dorpshuis De Wieken in Hulshorst aangebrachte gedicht 'Een groot schrijver' uit zijn eerste bundel 'Arcadia' (1968) ziet men dat ook. De dichter zoekt naar iets wezenlijks, naar de bevrijding van een gevoel van eenzaamheid maar uiteindelijk is er sprake van ontgoocheling, een besef van een arcadia (een land van onschuld en vrede) dat verloren ging. Er bestaat geen relatie tussen het gedicht en de locatie waar het is aangebracht.