Op twee plaatsen tegelijk
Hoe zou het leven staan, daar in die kleine kampong?
Is die muziek daar nog van gamelan en krontjong?
Zouden er nog zoveel prinsesjes zijn op Bali?
Bestaat dat liedje nog: Terang boelan di kali?
Misschien dat u dit liedje niet helemaal verstaat,
dat u niet eens de naam begrijpt van uw eigen Timorstraat …
Willem Wilmink
Uit: Willem Wilmink. Verzamelde liedjes en gedichten, deel 2. Amsterdam, Bert Bakker, 2004 (p.891-892).
Lees het volledige gedicht
Is die muziek daar nog van gamelan en krontjong?
Zouden er nog zoveel prinsesjes zijn op Bali?
Bestaat dat liedje nog: Terang boelan di kali?
Misschien dat u dit liedje niet helemaal verstaat,
dat u niet eens de naam begrijpt van uw eigen Timorstraat …
Willem Wilmink
Uit: Willem Wilmink. Verzamelde liedjes en gedichten, deel 2. Amsterdam, Bert Bakker, 2004 (p.891-892).
Lees het volledige gedicht
Willem (Andries) Wilmink werd op 25 oktober 1936 in Enschede geboren (in de Javastraat) en hij overleed in deze plaats op 2 augustus 2003. Van 1961 tot 1978 was hij universitair docent aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde aan de Universiteit van Tilburg met een proefschrift over de poëzie van Hendrik de Vries. Wilmink schreef gedichten en verhalen voor kinderen en volwassenen maar ook teksten voor cabaret en televisieprogramma's. Daarnaast bewerkte hij oude teksten zoals 'De reis van Sint-Brandaan' en vertaalde hij gedichten en prentenboeken uit het Duits, Engels, Frans en Afrikaans. Met zijn eigen begeleidingsgroep Quasimodo trad hij regelmatig op als zanger waarbij hijzelf de accordeon bespeelde.
De eerste strofe van een lang gedicht is aangebracht op de zijgevel van een pand aan de Stationslaan 13 in Nunspeet waarin vroeger een kruidenierswinkel was gevestigd. Woorden als 'comestibles' en 'koloniale waren' op de voorgevel herinneren nog aan deze periode. Wilmink verwoordt in het gedicht de gevoelens van mensen die in twee werelden leven. In het kader van het gedicht gaat het om mensen die in Nederland en in Nederlands Oost-Indië, het tegenwoordige Indonesië, woonden. Zij hebben voortdurend heimwee; als ze in Nederland zijn naar Indië en als ze in Indië zijn naar Nederland. Dat gevoel van heimwee, weliswaar niet naar de Timorstraat maar naar de Javastraat, kende Wilmink ook en hij herkende het ook bij veel mensen die uit een ander land afkomstig zijn of vanuit Nederland gedurende langere tijd elders wonen. De inhoud van dit, ondanks de Maleise woorden, makkelijk te begrijpen gedicht is daarom blijvend actueel. Het gedicht werd op 5 april 2013 onthuld door Rijk Vos (Hulshorst), daarbij geassisteerd door Beerd en Mart Mulder.
De eerste strofe van een lang gedicht is aangebracht op de zijgevel van een pand aan de Stationslaan 13 in Nunspeet waarin vroeger een kruidenierswinkel was gevestigd. Woorden als 'comestibles' en 'koloniale waren' op de voorgevel herinneren nog aan deze periode. Wilmink verwoordt in het gedicht de gevoelens van mensen die in twee werelden leven. In het kader van het gedicht gaat het om mensen die in Nederland en in Nederlands Oost-Indië, het tegenwoordige Indonesië, woonden. Zij hebben voortdurend heimwee; als ze in Nederland zijn naar Indië en als ze in Indië zijn naar Nederland. Dat gevoel van heimwee, weliswaar niet naar de Timorstraat maar naar de Javastraat, kende Wilmink ook en hij herkende het ook bij veel mensen die uit een ander land afkomstig zijn of vanuit Nederland gedurende langere tijd elders wonen. De inhoud van dit, ondanks de Maleise woorden, makkelijk te begrijpen gedicht is daarom blijvend actueel. Het gedicht werd op 5 april 2013 onthuld door Rijk Vos (Hulshorst), daarbij geassisteerd door Beerd en Mart Mulder.